gv1986

gv1986
  • Membre depuis le 07/05/2006
  • Nombre de critiques : 44
Publié le 10 février 2006
Na het geweldige, grootse epos over de 70's 'Boogie Nights' uit 1997 had schrijver-regisseur Paul Thomas Anderson zich voorgenomen aan een kleinschaliger project te beginnen. Iets knus en intiems. Maar desalniettemin groeide 'Magnolia' uit tot een meer dan drie uur durende vertelling met een tiental hoofdpersonages. Voor het knusse en intieme werk, moeten we wachten tot ‘Punch-drunk Love'. Paul Thomas Anderson zorgt namelijk voor een absurde, apocalyptisch aandoende en nooit eerder geziene climax die je met verbijstering zal treffen. ‘Magnolia' is namelijk een soms lichtvoetig, vaak ontroerend, maar vooral loodzwaar melodrama dat een beeld wil schetsen van het leven in Amerika. Andersons derde film, waarmee hij de Gouden Beer in Berlijn won, is wat men noemt een collagefilm. We volgen een tiental personages die allemaal even belangrijk zijn. In ‘Magnolia' zijn dit onder meer de populaire televisiepresentator Jimmy Gator, die te horen krijgt dat hij maar twee maanden meer te leven heeft en het verleden goed wil maken met zijn aan coke verslaafde dochter Claudia Deze papt aan met de rechtschapen politieagent Jim. Een parallelle verhaallijn tekent zich af tussen de producent Earl Partridge, die op zijn sterfbed, onderhevig aan schuldbesef en zelfbeklag, de stukgelopen relatie met zijn enige zoon wil herstellen, Die enige zoon, geweldig vertolkt door Tom Cruise, is op dat moment actief als onverbeten playboy met een ontembaar libido. Thema's als noodlot, spijt, dood, ongeluk, toeval en verzoening tussen ouders en kinderen passeren de revue. De cast is over het geheel indrukwekkend. Als men even gaat doordenken over het thema ziet men dat het toch dieper gaat dan de bovenvermelde thema's. De wijze waarop het verleden ons vormt en een rol blijft spelen in ons leven, dat zaken die in onze levens gebeuren niet zomaar op toeval berusten, maar een geschiedenis hebben. De intro in de film (bizarre voorbeelden van waargebeurde "toevallen"), is in deze context zeer vermakelijk. Muziek vormt op een zeker moment de bindende factor in deze film. In een geweldig surrealistische scène, gebouwd op een pareltje van zangeres Aimee Mann (Wise Up), zingen op een gegeven moment vier personages, tegelijkertijd en onafhankelijk van elkaar, dit nummer mee. Verder is er nog het veelbesproken einde: de kikkerregen. Vele mensen weten niet wat de regisseur met deze scène wil vertellen. Op bepaalde momenten in de film krijgen we verwijzingen naar een fragment uit de Bijbel. Een voorbeeld hiervan is de figuur tussen het publiek van de quiz die een bord naar boven houdt. Als je de passage opzoekt in de Bijbel, lees je een stukje over de Egyptenaren die gestraft worden door een zondvloed van kikkers.Net zoals de Egyptenaren gestraft werden voor hun daden, gebeurt dit met de personages in ‘Magnolia' ook. Anderson zelf beweert dat de Bijbel hier niets mee te maken heeft, maar dat zijn inspiratie afkomstig is van een orkaan in Florida. Ik hecht eerder geloof aan de Bijbelse versie, want het ‘toeval', heel toepasselijk in de thematiek van de film, is net iets te groot. De meest geuite kritiek op ‘Magnolia', is dat de film overdreven zou zijn. Het is een film van drie uur, waar volgens sommigen gemakkelijk een uurtje in geknipt kan worden. Verder zou het té bombastisch, té zwaar en té emotioneel zijn. Akkoord, ‘Magnolia' is niet zomaar een film voor een hersenloze zaterdagavond. Het is eerder een film waar je om te beginnen minstens drie uur tijd voor moet nemen en dan nog eens uren om erover na te denken en na te praten. Het is eerder een film waar je altijd je volle concentratie moet bijhouden. Drie uur lang krijg je geen moment rust en wordt je voortdurend bestookt met nieuwe informatie. Dit klinkt weinig aanlokkelijk, maar neem het van me aan, ‘Magnolia' is deze moeite meer dan waard. Het is een film zoals er maar enkele gemaakt zijn in de geschiedenis van de film: een pareltje.

Publié le 10 février 2006
Na het bekijken van ‘After Life' vroeg ik me af of ikzelf in staat zou zijn om mijn mooiste, prettigste of belangrijkste herinnering naar boven te halen. Zou ik genoeg hebben aan drie dagen? Hoe zou alles in zijn werk gaan en wat zou er uiteindelijk uit de bus komen als mijn mooiste herinnering? Het antwoord weet ik nog steeds niet, maar wat ik wel weet is dat ‘After Life' een plezier is om naar te kijken. En, geloof me vrij, ook u zal uzelf afvragen wat uw mooiste herinnering is na het bekijken van ‘After Life.' Elke maandagmorgen gaan er een aantal doden naar een plaats ergens tussen hemel en aarde, op een hemels platteland waar hen wordt verteld dat ze dood zijn. Hier bevindt zich ook een huis waar medewerkers (ze deden me denken aan sociaal assistenten van het CLB ) de pas overledenen een week lang helpen bij het sorteren van hun herinneringen. Het doel is een moment van opperst levensgeluk op te sporen. Dat, en alleen dat, mogen ze meenemen naar de hemel. Dat moment wordt hun persoonlijke hemel. Geen gemakkelijke opgave, maar wel een noodzakelijke. Wie er niet in slaagt zal voor altijd in de tussenwereld blijven om de pas gestorven te helpen met het uitkiezen van hun dierbaarste herinnering. Wanneer men er uiteindelijk in geslaagd is om een herinnering uit te kiezen, wordt dit moment zo goed mogelijk geïmiteerd en op film gezet. Op de allerlaatste van de zeven dagen wordt het resultaat aan de overledenen getoond. Als ze hun herinnering gezien hebben, verdwijnen ze naar de hemel. De overleden en de vijf assistenten worden in de loop van ‘After Life' vrienden. De doden worden vertolkt door een mengelmoes van professionele acteurs en amateurs, die hun echte herinneringen navertellen. Een klein meisje blikt terug op haar bezoek aan Disneyland; een veteraan van Wereldoorlog II op zijn laatste sigaret; iemand anders denkt dan weer aan een tramrit in de zomer en aan de wind die door een openstaande raam door zijn haren blies; er is een tiener in een leren jasje die niet wil kiezen en een oudere man die niet kan kiezen (hij bekijkt zijn hele leven op video). Sommigen kijken met nostalgie terug op hun leven; anderen met spijt of frustratie. De personages mogen dan allemaal overleden zijn, toch is ‘After Life' geen deprimerende, zware en moeilijk te verteren film. Dit is te danken aan de humor en de liefde voor het leven die van het scherm straalt ‘After Life' is de tweede film van de nu 44-jarige regisseir regisseur Kore-eda Hirokazu. Hij levert met ‘After Life' een unieke Japanse productie af. Deze film geeft een nieuwe kijk op de weg naar het hiernamaals, die iedereen eens zal moeten afleggen. Een aparte ervaring om in enkele dagen uit het hele leven een ultiem moment van geluk te moeten benoemen, om dat vervolgens op film te reconstrueren en als enige en laatste gedachte mee te nemen. De film is in een soort van documentaire gegoten en bestaat grotendeels uit een soort interviews, waarin de doden over hun levens vertellen. Zo worden ze geholpen met de keuze die ze moeten maken. Maar ook het onderlinge overleg dat de ‘sociaal assistenten' voeren over hun klanten en hun persoonlijke worsteling met herinneringen komen aan bod. Sterk acteerwerk, een humoristische ondertoon en de sobere doch toepasselijke wijze van audiovisuele vormgeving, bezorgen de kijker met ‘After Life' een nieuwe blik op het leven. Het onderwerp vind ik ge-wel-dig. Het feit dat de regisseur op het idee gekomen is om allereerst over dit onderwerp een film te maken, bewijst zijn genialiteit. Het feit dat hij het lef heeft om deze film in een documentaireachtige film maakt, bevestigt deze stelling. Neem deze twee factoren, voeg hierbij de humoristische ondertoon en je hebt een goede film. Hirokazu heeft van een zeer zwaar onderwerp een vrij licht verteerbare film gemaakt. Toch is deze film niet voor een breed publiek geschikt. De film bevat voornamelijk dialogen, die helder en natuurlijk klinken. Door de stille omgeving en beperkte inzet van muziek, heeft de soundtrack een bijzonder ingehouden karakter, dat de sfeer overigens aanzienlijk versterkt. Er zijn veel heldere, lichte kleuren die verwijzen naar het hemelse licht. Ik hou van ‘After Life', maar ik denk dat als je hem een tweede keer bekijkt, een groot deel van de sfeer en magie verdwenen is. Dit neemt echter niet weg dat ‘After Life' een must have is, een poëtisch meesterwerk van Japanse makelij.

Publié le 10 février 2006
Als kind heb ik spijtig genoeg nooit kunnen genieten van de wilde avonturen die de archeoloog Indiana Jones beleefde, maar om nu optimaal te kunnen genieten is de gehele reeks uitgebracht op DVD. Ik waande me gisteren weer in mijn kinderjaren en heb met momenten hartelijk gelachen of gerild van spanning met alle avonturen in ‘Indiana Jones And The Last Crusade.'. Er ligt vijf jaar tussen ‘The Temple Of Doom' en ‘The Last Crusade', maar het was het wachten waard. Steven Spielberg tekende opnieuw voor de regie, en het verhaal werd geschreven door George Lucas in samenwerking met de van oorsprong Nederlandse scriptschrijver en regisseur Menno Meyjes. Spielberg (en ook Lucas) bewijzen hier nog maar eens hun vakmanschap. Over het laatste deel hadden Lucas en Spielberg meningsverschillen. Waar Lucas Indiana wilde laten zoeken naar de Heilige Graal, vroeg Spielberg zich af of hier wel een film mee te vullen was. Spielberg zelf wilde graag wat meer over Jones vertellen en de verhouding met zijn vader. Zo werd de film een combinatie van beide ideeën. ‘The Last Crusade' begint met een flashback over hoe Indiana Jones de man geworden is die we nu kennen. We komen te weten hoe hij aan zijn hoed, zweep, angst voor slangen en aan het alom gekende litteken op zijn kin gekomen is. Hij gaat zijn vader achterna die spoorloos verdwenen is en vergevorderd was in zijn zoektocht naar de Heilige Graal. Jones Senior werd door zijn assistente dr. Elsa Schneider (Alisson Doody) het laatst gezien in Venetië. Indiana begint zijn zoektocht aan de hand van het dagboek dat zijn vader hem toegestuurd heeft vanuit Venetië. Volgens de legende zal degene die uit de Graal drinkt het eeuwige leven krijgen en dit is na de mislukte poging om de Ark in handen te krijgen voor de Nazi's een reden om deze Heilige Graal in handen te krijgen. Dat is dan ook het vertrekpunt voor een geweldig nieuw Indiana Jones-avontuur vol spanning en sensatie. Indiana Jones gaat in deze film echter niet alleen op zoek naar de Heilige Graal, maar ook naar zichzelf en de relatie die hij met zijn vader heeft. Gedurende de film leren zowel hij als zijn vader de betekenis van hun relatie. Maar daarvoor is wel een grote portie avontuur nodig met als hoogtepunt het zoeken naar de Heilige Graal. Ik heb tijdens deze twee uur durende film geen enkel moment van verveling gehad. Deze derde film is een verhaal dat op zijn poten kan blijven staan. Het steunt wel op het succes van ‘Raiders Of The Lost Ark', maar hierbij worden ook nog enkele elementen toegevoegd. Deze derde film heeft een complexer verhaal dan de twee vorige delen. Het is niet ‘zomaar' een avontuur, maar een zoektocht naar de eigenlijke relatie tussen vader en zoon bij elkaar gehouden door de zoektocht naar de Heilige Graal. De relatie tussen hen is immers niet altijd even goed geweest. Dit zou een onderwerp kunnen worden voor een zware film, maar Spielberg en Lucas weten hier een komische noot aan toe te voegen. De terugkeer van Marcus Brody en Sallah vermeerdert de humor die reeds aanwezig was in de film. Deze derde film is zonder twijfel de meest grappige van de hele reeks. Wat kan men anders denken van de reeds zeer vermakelijke proloog waarin de jonge Jones (River Phoenix) de bewegingen en intonatie van Ford zeer goed weet te imiteren of van Jones als Schotse Lord en ook van zijn zeer vermakelijke ontmoeting met Adolf Hitler. Verder hebben we de vader, geniaal vertolkt door Sean Connery, die zijn eigen vliegtuig naar de haaien helpt. Memorabel is de subtiele manier waarop vader aan zoon weet te vertellen dat het meisje waarop hij verliefd is geworden, ook reeds het bed heeft gedeeld met vader Jones (‘She talks in her sleep'). De derde film over Indiana wordt in het algemeen minder geacht dan ‘Raiders Of The Lost Ark', maar stukken beter dan ‘The Temple Of Doom'. We krijgen spectaculaire stunts (die Ford voor het grootste deel zelf uitvoerde) en actiescènes te zien. Ook de locaties (Venetië en Petra, de Jordaanse stad) zijn goed gekozen. Als derde in de reeks was ‘The Last Crusade' een mooie, voorlopige afsluiter. Indiana Jones 4 is intussen al aangekondigd en gepland om in 2006 te verschijnen. De vraag is echter of de kwaliteit dezelfde zal zijn (of wordt het een film enkel gemaakt om winst te maken van het niveau van bijvoorbeeld ‘Catwoman'?), maar ook of de avonturen van Indy nog wel zullen aanslaan. Er zitten immers 16 jaren tussen ‘Indiana Jones And The Last Crusade' en de film die er zit aan te komen. En...kan Ford (die ondertussen de 60 gepasseerd is) de stunts en actiescènes nog wel aan? Afwachten maar.

Publié le 10 février 2006
Velen zijn bekend met de reputatie van ‘2001: A Space Odyssey', maar slechts weinigen hebben hem gezien. Diegenen die de film dan wel gezien hebben hoor je vaak verklaren dat de film saai, traag en onbegrijpelijk is. Ze snappen niet hoe de film aan zijn klassiekerstatus is gekomen Ik daarentegen begrijp maar al te goed hoe het komt dat de film als een van de beste films aller tijden wordt beschouwd. De reden is simpel: dit is geen cultfilm zoals je er dertien in een dozijn hebt, maar een film voor de échte liefhebbers. Deze film is niet om te bekijken terwijl je op popcorn knabbelt of eens af en toe met je hand in de zak chips, die naast je ligt, grabbelt (zodat die zak dan weer een irritant krakend geluid maakt) of voor de talloze momenten waarop je je lief zit te bepotelen Dan ben je fout bezig. Alleen al de titel van de film brengt associaties van filmgrootsheid met zich mee. Dit is een filosofisch vraagstuk waarvan Kubrick met mondjesmaat de oplossing meegeeft. Het is ook de enige film waarvoor Stanley Kubrick ooit een felbegeerde Oscar in de wacht mocht slepen (en dit in de categorie Special Effects). Deze film is een absoluut meesterwerk, een mijlpaal in de filmgeschiedenis en hij barst ook van de geweldige visuele effecten. De film begint de eerste drie minuten met een zwart beeld ondersteund door prachtige muziek. Dan gaat de film verder met het eerste van vier hoofdstukken ‘The Dawn of Man', waarin we ruim 4 miljoen jaar terug gaan in de tijd. Dit hoofdstuk start met de openingsmuziek van ‘Also sprach Zarathustra' van Richard Strauss. We zien een troep apen die opeens worden geconfronteerd met een zwarte monoliet. Als de dieren dit voorwerp aanraken, is er een vorm van agressie te zien. Met een bot slaan ze een soortgenoot dood. Een van de apen gooit het bot in de lucht, dit bot verandert (heel knap) in een ruimteschip, (het nieuwe gereedschap van de mens) waarmee een overgang wordt gemaakt naar het tweede hoofdstuk. Dit hoofdstuk wordt begeleid door de walsmuziek van ‘An die schöne blaue Donau' van Johan Strauss. Het is nu 1999, wetenschappers onder leiding van dr. Heywood. Floyd reizen naar de maan, station Clavius, waar een monoliet is uitgegraven. Als zij het merkwaardige voorwerp bestuderen horen zij een luide hoge toon. Dit blijkt een signaal naar Jupiter te zijn. Dan maken we de overstap naar hoofdstuk drie ‘Jupiter Mission'. Het is 18 maanden later, het jaar 2001. De ingezette evolutie heeft zich verder gezet en nu is het nieuwe gereedschap van de mens een groot ruimteschip dat op weg is naar Jupiter. De bemanning bestaat uit vijf personen en een computer. Drie personen zijn in een soort diepe slaap, de andere twee personen, David Bowman en Frank Poole besturen het ruimteschip. Het zesde ‘bemanningslid' is HAL, een bijzondere en zeer geavanceerde computer. Tijdens de reis wordt door HAL een fout ontdekt in een van de circuits. Bij inspectie blijkt er niets aan de hand te zijn. Er ontstaat twijfel over de betrouwbaarheid van HAL. Vervolgens doodt HAL bijna alle bemanningsleden, maar het lukt Bowman om HAL uit te schakelen. Hij zet de reis naar Jupiter alleen verder. Hier zien we een ‘gereedschap' dat zich niet liet onderwerpen door de mens. Dit bewijst dat de mens nog steeds veel te leren heeft. In het vierde en laatste hoofdstuk zijn we op Jupiter. Bowman ontdekt daar het gigantische monoliet. Hij ziet deze monoliet als een deur naar ..... Ja, dat is nu net de grote vraag. Naar waar? Onsterfelijkheid? Volgens Kubrick zal de mens in de toekomst het slachtoffer worden van zijn eigen technologie (hier gesymboliseerd door de dolgedraaide computer HAL die aan het moorden slaat). Deze ongezonde neerwaartse spiraal begon in de prehistorie, toen de wereld nog vergeven was van de apen (die trouwens een voor ruim 99% gelijklopend DNA hebben met dat van de mens). In het begin van de film zien we hoe deze apen beenderen als gereedschap leren gebruiken. Niet om een of ander nuttig werktuig van te maken, wel om elkaar de hersenen in te slaan. Volgens Kubrick zal het dus slecht aflopen met de mensheid. Dialogen spelen een zeer beperkte rol in de film. Er zitten in totaal nog geen veertig minuten aan dialoog in deze film van toch twee uur en twintig minuten en de eerste gesproken woorden vinden pas na een minuut of dertig plaats. Als er dan al eens gesproken wordt, is deze dialoog ook niet wat men verhelderend kan noemen. Het komt vooral neer op zakelijke formaliteiten of opmerkingen als "Heb je een goede reis gehad?", of "Wat heb ik op mijn brood zitten? Het smaakt naar kip...". Dit is (uiteraard) niet zomaar gedaan. Kubrick wilde de beelden en het geluid het werk laten doen. Het gebruik van dialoog laat zien hoe banaal de woorden zijn die men gebruikt (ook in het dagelijks leven) en hoe overbodig ze zijn geworden. De bedoeling was ook dat de kijker hierdoor ruimte krijgt en dan meer geneigd zou moeten zijn om het onderbewuste aan te spreken. Kubrick toont de ruimte immers als een plek van totale eenzaamheid. Nu is de vraag of het gelukt is om de kijker een diepzinnige ervaring te geven vergelijkbaar met het kijken naar een schilderij of het luisteren naar muziek. Aan de toewijding en inzet zal het niet gelegen hebben. Drie jaar is de crew bezig geweest aan deze film. Er werd samen gewerkt met wetenschappers van alle disciplines en Kubrick kreeg steun van NASA en bedrijven die ruimtevaartuigen voor de nog niet plaatsgevonden maanlanding maakten. Veel experts op het gebied van special effects werden ingeschakeld. In een tijd waarin science fictionfilms de toekomst altijd weergaven in de vorm van boosaardige aliens en een verdorven wereld, was de invulling van Kubrick revolutionair. Al bij de première in 1968 leidde dit tot negatieve reacties van de critici. Bij de officiële première liepen dan ook 241 mensen (Kubrick heeft zelf geteld) weg, waaronder de boze acteur Rock Hudson die riep: "Kan iemand mij vertellen waar dit in godsnaam over gaat?". Maar het publiek oordeelde anders, die begreep meteen dat de film niet bedoeld was om te begrijpen, maar om te ondergaan, en te voelen. Na deze première bracht Kubrick de originele versie terug met zeventien minuten tot de huidige lengte. ‘2001: A Space Odyssey' is en blijft een klassieker en zal bij iedere (serieuze) kijker een ontluikend gevoel en vele vragen oproepen, maar ook zeker een diep geworteld respect voor een van de grootste filmklassiekers aller tijden Verder heb ik voor u nog maar een boodschap: kijk, geniet en onderga. ‘2001: A Space Odyssey' is een openbaring.

Newsletter Cinebel

Suivez Cinebel