Stickie

Stickie
  • Membre depuis le 17/05/2012
  • Nombre de critiques : 3
  • 1
Publié le 17 mai 2012
Mean Streets, Taxi Driver, Raging Bull, After Hours, The Color of Money, Good Fellas - hebt u nog even? - Cape Fear, Casino, Gangs of New York, The Departed, Shutter Island. Jawel, allemaal van de hand van Martin Scorsese, klein van gestalte - Marty meet 1.55m - maar misschien wel de grootste aller regisseurs. Met Hugo zet hij die status nog kracht bij. Om ons en passant - genieën kunnen alles - op het verkeerde been te zetten. Want in Hugo géén gangsters die je in een leeg café afmaken met de blote vuist, géén boksers die zijn tegenstanders tot bloedens toe tegen het canvas meppen en géén taxichauffeurs die uit pure verveling in het rond schieten. Hugo is integendeel een familiefilm, in 3D dan nog, over een weesjongen die anno 1931 in het Parijse station Montparnasse woont en de 'automaton', een mechanische pop, van zijn overleden vader wil repareren (leuk, de robotpop heeft verdàcht veel weg van een Oscar-beeldje, de prijs die Scorsese als regisseur - schande oh schande - slechts één keer in de lucht mocht steken). Om te overleven, steelt Hugo melk en croissants van het stationskraampje wat hem de woede, alsook de dobberman van de schlemielige stationschef (Sasha Baron Cohen) op de hals haalt. Rennend doorheen het station stuit Hugo op filmpionier en speelgoedwinkeluitbater Georges Méliès (Ben Kingsley). Tussen de twee ontstaat een vriendschap die ontroert tot op het bot (zegt de verbitterde Méliès: My life has taught me one lesson: Happy endings only happen in the movies." Waarop Hugo: "The story's not over yet."). Eens ons traantje weggepinkt, hadden we pas echt oog voor al die pure filmmagie die Scorsese op z'n 70ste nog altijd op het scherm weet te toveren. Alleen al die trein die spoorloos doorheen het station dendert, was een film op zich waard. Had overigens gekund. Want de scène is een expliciete verwijzing naar de allereerste film die de gebroeders Lumière in 1895 ooit vertoonden voor een publiek. En zo is Hugo Marty's hommage aan datgene wat hem het dierbaarst is: film, die machtige kunstvorm die zoals Hugo's vader het zegt 'de kracht heeft om dromen te vangen'. Een premisse die Scorsese, vooral in het tweede helft van de film, helemaal waarmaakt. Niet alleen door wonderwel gebruik te maken van 3D -bij Scorsese wérkt zowaar deze vermaledijde techniek - maar ook door een Making of van Georges Méliès' meesterwerkje 'Voyage dans la Lune' in de film te sluizen. Na grote successen zou Méliès uiteindelijk in een zwart gat belanden. "Van zijn filmrollen werden schoenhakken gemaakt", vertelt de voice-over met - meenden we te horen - enig verwijt in de stem. Of was het jaloezie? Misschien was 't Marty wel om die schoenhakken te doen.

Publié le 17 mai 2012
Monsieur Lazhar van de Canadees Philippe Falardeau begint heftig. Met een schooljuffrouw die in een klaslokaal in Montréal, het leven moe, aan een koord bungelt. De school is in shock. Vooral haar leerlingen Alice en Simon, over zichzelf schuldig verzuim afroepend, zijn er niet goed van. Een psychologe wordt opgetrommeld maar biedt weinig soelaas. Die komt er pas als de Algerijnse vluchteling Bachir Lazhar zich aanbiedt om de dode juffrouw te vervangen. Aanvankelijk heeft hij het niet zo makkelijk om Alice en Simone en de andere kinderen voor zich te winnen. Zijn dictee over Balzac wordt maar matig enthousiast onthaald, net als de pedagogische tikken die hij occasioneel uitdeelt. Maar beetje bij beetje begint zijn slaan en zalven-aanpak aan te slaan. Ineens is er die klik met de klas. Monsieur Lazahr en de kinderen zitten niet alleen in dezelfde klas maar ook in hetzelfde schuitje. Want de leerlingen rouwen om hun juf. Terwijl Monsieur Lazhars vrouw omkwam tijdens de burgeroorlog in Algerije. De sympathie van de leerlingen voor Monsieur Lazhar wordt duidelijk bij het maken van de klasfoto. In plaats van Chééése, roepen ze uit alle macht Bachiiiir. Monsieur Lazhar is een fijn en teder filmpje, op het fragiele af, gemaakt met een klein budget maar met een groot hart. Maar tegelijk is het een onderhuidse aanklacht tegen de manier waarop volwassenen omgaan met kinderen. Een tik verkopen of knuffel geven, mag niet meer. In de film hoor je dan ook een van de lesgevers zeggen. “Werken met kinderen is als werken met radioactief afval. Don’t touch!” . Tijdens het schrijven van het script van Monsieur Lazhar zag Falardeau het ultieme schooldrama en Gouden Palm-winnaar Entre Les Murs. Wat ontmoedigd wilde hij zijn pen neerleggen. Niet te overtreffen, was zijn oordeel. Gelukkig zette hij door om een film te maken die meteen genomineerd werd voor Oscar van Beste Buitenlandse Film. Een nominatie die wat onder de radar bleef omdat twee monumenten, favoriet en uiteindelijke laureaat A Separation en onze eigenste Rundskop, met alle aandacht gingen lopen. Ietwat jammer, want Monsieur Lazhar catalogeren we als een schoolvoorbeeld van cinema met kleine gebaren maar met groots resultaat. Een film ook die je het geloof in de mensheid, mocht je dat verloren hebben, doet terugwinnen. Met o.a. Cronenberg, Egoyan en Cianfrance raakte het klasje van grote Canadese regisseurs al flink bezet. Maar laat Falardeau maar aankloppen. Hij mag er wat ons betreft zo in.

Publié le 17 mai 2012
Once Upon a Time in Anatolia : getekend en geketend door het leven Vanuit de nachtelijke heuvels van Anatolië doemt een kolonne auto's op. Aan boord zitten de plaatselijke notabelen - de politiecommissaris, de dokter, de officier van justitie. Ze zijn op zoek zijn naar een plek waar een moordslachtoffer zou zijn begraven. Ook de verdachten Kenan en zijn broer zijn er bij. "Was het hier, Kenan?", vraagt de politiechef als ze stoppen bij een waterbron. Kenan geeft geen sjoege, dronken als hij was op het moment van de feiten. Zo begint Once Upon a Time in Anatolia, de nieuwste van het Turkse filmwonder Nuri Bilge Ceylan. Het is meteen duidelijk, wie een flitsende politiethriller verwacht met aan het eind de slechterik die in de boeien wordt geslagen, is eraan voor de moeite. Wie de moord pleegde, zal Ceylan worst wezen. In plaats daarvan laat hij meer dan 2,5 uur lang de mannen gesprekjes met elkaar aanknopen. Schijnbaar over koetjes en kalfjes (over buffelyoghurt bijvoorbeeld of de risico's op prostaatkanker). Schijnbaar, want met al dat gepraat geven de personages, getekend en geketend door het leven als ze zijn, stuk voor stuk hun persoonlijke grieven en geheimen prijs. De politiechef bijvoorbeeld heeft angst voor zijn vrouw, de dokter dan weer angst voor de dood: "kilte en duisternis zullen onze vermoeide ziel omhullen", horen we hem achteloos leunend tegen een auto zeggen. Ceylan laat de camera plakken tegen de pratende gezichten die naar het eind van de film - Ceylan is niet vies van enige symboliek - steeds meer littekens vertonen. Want niet alleen de verdachten, maar ook de onderzoekers hebben boter op hun hoofd. Tussendoor toont Ceylan in lange breedbeeldshots de eindeloze Anatolische steppes om dan weer te focussen op de mooie burgemeestersdochter die met een sfeervol paraffinelampje - én een blikje cola - een streepje licht brengt in de donkere gedachten van Kenan. In zijn vorige films (Distant, Climates, Three Monkeys) had Ceylan zich al een geheel eigen enigmatische filmstijl toegeëigend. Once Upon a Time in Anatolia is enigma in het kwadraat waarbij hij de kijker na achterlaat met meer vragen dan antwoorden. Zoals het ware leven, dus. Want zeg nu zelf: weet u misschien wat wij hier in die korte tijd op de wereldbol te zoeken hebben? Na het prachtige onheilsdrama Three Monkeys in 2009 hadden we Nuri Bilge Ceylan al gekroond tot de Tarkovski van de Bosporus - of Turkovski, zo u wil. Met Anatolia doet hij die titel alle eer aan. Oef, toch één zaak waar we zeker van zijn.
  • 1

Newsletter Cinebel

Suivez Cinebel